De natuur maakt ons gelukkig en gezond, zo blijkt uit meerdere onderzoeken van de laatste jaren. Deels kun je dat verklaren vanuit een soort placebo-effect: veel uitstapjes die we in de natuur maken vinden plaats in onze weekenden of vakanties, dus zo leer je natuur associëren met vrije tijd en ontspanning. Maar er is ook een daadwerkelijk effect op onze hersens. De patronen die in de natuur zichtbaar zijn, zijn voor ons brein gemakkelijk herkenbaar.
Hoewel een bos op het oog misschien rommelig lijkt, ziet het brein herhalende patronen, die een rustgevend effect hebben. De prikkels uit een stadsomgeving zijn voor onze hersenen veel minder herkenbaar en komen als chaos bij ons binnen, wat zorgt voor voortdurende alertheid en daarmee een gevoel van onrust. Het zien van natuurlijke patronen brengt de hoeveelheid van het stresshormoon cortisol in ons bloed omlaag en verlaagt de hartslag en bloeddruk.
Wat precies de korte- en langetermijn effecten zijn, is nog moeilijk te zeggen, maar dat de natuur een positief effect heeft op ons welbevinden lijkt wel heel aannemelijk. Er zijn zelfs onderzoeken die laten zien dat ook het zien van een foto of schilderij van de natuur al verschil maakt, dus ook als je gedwongen bent je dag door te brengen in een alles behalve natuurlijke kantoortuin, kun je je brein nog een beetje op het effect van een boswandeling trakteren.
Al is het natuurlijk geen vervanging voor een echte natuurbeleving, waarbij ook de invloed van zonlicht, het gevoel van zon en wind op je huid en het ervaren van aangename geuren meewerken aan de prettige ervaring. Het paar op de foto weet dat zo te zien al lang.